Inhoud
Oldenzaal (Nedersaksisch: Oldnzel) is een stad (en oorspronkelijk ook Hanzestad) en tevens een gemeente in Twente in de Nederlandse provincie Overijssel. Op 1 maart 2016 woonden er 32.075 mensen op een oppervlakte van 21,98 km². Binnen de gemeentegrenzen liggen geen andere kernen. De gemeente Oldenzaal maakt deel uit van de Regio Twente en van Netwerkstad Twente.
Geschiedenis
Romeinse tijd
In de Romeinse tijd woonden in de omgeving van Oldenzaal hoogstwaarschijnlijk Tubanten. In Oldenzaal zijn enkele Romeinse munten uit de eerste eeuw na Chr. gevonden, waaronder een dupondius van Vespasianus, geslagen in 77.
Middeleeuwen
In de tweede helft van de achtste eeuw, nadat Oost-Nederland onder koning Pepijn III in het Frankenrijk was geïntegreerd, lag in Oldenzaal een koninklijk domein, gelegen op een strategisch kruispunt van wegen. Op dit koninklijk domein werd een hof ingericht, waarbij aanvankelijk de militaire functie nog voorop stond. De hof was versterkt met een omheining van vlechtwerk. Mogelijk heeft de rondtrekkende Iers-Angelsaksische missionaris Plechelmus - die de abdij van Prüm of Echternach als uitvalsbasis had - rond 765 een kerk gesticht op deze plaats. De eerste kerk was gewijd aan de heilige paus Silvester I. In 954 verbond bisschop Balderik van Utrecht een kapittel aan de voorganger van de huidige Sint-Plechelmusbasiliek. Daardoor werd Oldenzaal het belangrijkste religieuze centrum van Twente. In 1049 kreeg de bisschop van Utrecht van keizer Hendrik III voor Oldenzaal het recht op een week- en een jaarmarkt. Wanneer Oldenzaal stadsrechten heeft gekregen is niet precies bekend, maar het moet voor 1249 geweest zijn. Vandaar dat Oldenzaal in 1999 met enig recht zijn 750-jarig bestaan vierde.
Op 25 juni 1492 legde de Helmichbrand vrijwel geheel Oldenzaal in de as.
Aan het eind van de Middeleeuwen krijgt Oldenzaal een Heilige-Geest-gasthuis, waar zieken terechtkunnen. Ook wordt er een begijnhuis gesticht, dat later uitgroeit tot een volwaardig klooster, het Sint-Agnesklooster, gewijd aan de heilige Agnes.
Tachtigjarige Oorlog
In de Tachtigjarige Oorlog krijgt Oldenzaal het zwaar te verduren. Op 22 oktober 1597 wordt Oldenzaal ingenomen door Maurits van Nassau. Dat duurt echter niet lang, want op 1 augustus 1605 wordt Oldenzaal ingenomen door Ambrosius Spinola waardoor het weer in Spaanse handen komt. Voor de overwegend katholieke bevolking van Oldenzaal is dat een bevrijding, want nu kan dit geloof weer vrijelijk uitgeoefend worden. Na het Beleg van Oldenzaal (1626) door Ernst Casimir van Nassau komt op 1 augustus van dat jaar de stad definitief in Staatse handen terecht.
Nieuwe geschiedenis
Na de Vrede van Münster in 1648 blijft Oldenzaal, ondanks haar geheel katholieke karakter, onder opgelegd hervormd bestuur. De katholieke godsdienst wordt onderdrukt en publieke uitoefening ervan verboden, de bekende Plechelmuskerk wordt enige eeuwen - met uitzondering van de Münsterse bezetting rond 1673 - gebruikt door hervormden. Pas in de Franse tijd komt hier verandering in en komt de kerk weer ter beschikking van de katholieken. De Oldenzaalse bevolking blijft - net als de meeste inwoners van Twente - duidelijk Rooms-Katholiek en na de Franse tijd wordt Oldenzaal vanwege de katholieke herleving dan ook gezien als een "Twents Rooms bolwerk".
In de negentiende eeuw komt de textielindustrie op in Oldenzaal. De bekendste fabriek is die van Gelderman, de oudste nog steeds bestaande die van S.I. Zwartz. Na de aanleg van de A1 komt in Oldenzaal de bedrijvigheid tot grotere bloei. Transportbedrijven, maar ook meubelboulevards gaven een economische impuls aan de stad.
Het Twents Carmel College te Oldenzaal is een streekschool met een breed onderwijsaanbod, die na een paar fusies en schaalvergrotingen voortkwam uit het Twents Carmellyceum en een aantal andere scholen. De oprichters van het lyceum waren Karmelieten en de eerste leraren aan deze school waren paters die in het naastgelegen klooster woonden. De bijbehorende kapel werd ontworpen door Jos Zwanikken. De ramen werden ontworpen door de Oldenzaalse glazenier Jan Schoenaker. De school werd opgericht in 1922 en vierde in 2012 haar negentigjarig bestaan.
Economie
Oldenzaal wordt gekenmerkt door een relatief sterke economische groei. Samen met Rijssen vormt Oldenzaal de landelijke top qua economische groei per vierkante kilometer. Deze wordt gestimuleerd door de ligging aan de A1, de autosnelweg die de stad ontsluit. In hoeverre religieuze en sociale invloeden bijgedragen hebben aan de uitzonderlijke economische situatie in Oldenzaal is onduidelijk. Typisch is wel dat het vanouds uitgesproken Roomse Oldenzaal en het nog altijd zwaar gereformeerde Rijssen, beide economisch uitzonderlijk goed presteerden in de laatste decennia. Naast de religie lijken echter het in geheel Twente wijdverspreide begrip noaberschap en de streekgebonden verplichte verwevenheid met plaats- en buurtgenoten te hebben bijgedragen aan onderlinge economische impulsen en een soort van "handelssolidariteit". Voor de stadspromotie heeft de stad zichzelf de naam Glimlach van Twente gegeven.
Oldenzaalse bedrijven zijn onder andere actief in de volgende sectoren: toelevering voor de auto-industrie, bouw, installatietechniek, voedingsindustrie (delicatessen, snacks, bakkerijen), financieel advies en met name het transportwezen. De bloei van het vrachtwagentransportwezen in Oldenzaal is overduidelijk. Er zijn vele grote Oldenzaalse transportbedrijven. Evenwel lijkt hier in de toekomst vanwege de uitbreiding van de Europese Unie en de daarmee gepaard gaande ontsluiting van grote aantallen Oost-Europese chauffeurs een kentering te zullen optreden.
Verkeer en Vervoer
Oldenzaal ligt aan de internationale autosnelweg E30 (A1) van Amsterdam naar Berlijn en de grens met Polen. Op spoorgebied ligt station Oldenzaal aan de oude spoorlijn van Almelo naar het Duitse Salzbergen en verder door naar Berlijn. Van 2010 tot eind 2013 reed er in de regio Twente en Grafschaft Bentheim als proef een stoptrein van Hengelo via Oldenzaal naar Bad Bentheim. Het aantal verwachte reizigers bleef echter ver achter en aldus werd de verbinding na drie jaar weer opgeheven. Op steenworp afstand ligt het voormalig militaire vliegveld Enschede Airport Twente dat echter nog geen functie heeft als reguliere luchthaven.
Cultuur
In den Vijfhoek en De Driehoek zijn de twee grootste winkelcentra van Oldenzaal. Binnen de gemeente bestaat een vereniging die een stadsorgel, het Piepenrek, beheert. Er zijn vele uitgaansgelegenheden in Oldenzaal. Verschillende feesten en evenementen zoals de braderiedagen de Boeskool is Lös en carnaval trekken vele bezoekers van buitenaf. Oldenzaal is samen met het Achterhoekse 's-Heerenberg en het Sallandse Raalte een van de gemeenten boven de grote rivieren van Nederland waar het carnaval het meest uitbundig wordt gevierd. Bekend is het typisch Oldenzaalse Kapellenfestival Toeten en Bloazen, dat twee weken voor carnaval wordt gehouden. In deze carnavalstijd wordt Oldenzaal omgedoopt tot Boeskoolstad. Boeskool is de Twentse benaming voor wittekool, een product waar Oldenzaal in vroeger dagen bekend om stond. De Oldenzaalse kunstenaar Jan Kip (1926-1987) heeft van dit gegeven een bronzen beeld ontworpen: het "Boeskoolmenneke" genaamd, voorstellend een mannetje dat een wittekool voor zijn buik draagt. Wanneer men het centrum vanuit het zuiden nadert, ziet men het beeld op een sokkel. Tegenwoordig mag de kunstenares Antoinette Ruiter kleinere versies van het beeld vervaardigen. Sinds 2007 bestaat er ook een vrouwelijke variant van het Boeskoolmenneke: het "Boeskoolwiefke". Het is een creatie van kunstenaar Berend Seiger. Het Boeskoolwiefke is mede een initiatief van de Oldenzaler Gerrit Roord.
In de advents- en kersttijd klinkt rond de Sint-Plechelmusbasiliek en vanuit de toren van deze kerk het karakteristieke geluid van de midwinterhoorn. Tijdens de kerstvieringen in deze twaalfde-eeuwse romaanse basiliek klinkt dan het eeuwenoude Een Kindelien so lovelyc, een kerstlied dat al sinds mensenheugenis in Oldenzaal gezongen wordt. De geschiedenis van Oldenzaal is onderwerp in Museum Palthehuis, dat ook tentoonstellingen van hedendaagse beeldende kunst organiseert.